Alle lof en dank komt alleen Allah toe, en zegeningen op de profeet Mohammed, zijn familie, zijn metgezellen en iedereen die zijn pad volgt.

Vandaag staat de imam stil bij de reis die de profeet Mohammed maakte naar de tempel in Jaruzalem en vanaf daar door naar de hemelen. Deze wonderlijke gebeurtenis kwam op een belangrijk moment voor de profeet Mohammed saws en de rest van de Moslims. Het markeerde het einde van het jaar van verdriet waarin de boodschapper Mohammed saws zijn geliefde vrouw Khalidja en zijn oom en beschermer Abu Talib verloor. Daarbij was hij naar Ta’f afgereisd om de boodschap te verkondigen, maar de inwoners moeten er niks van hebben en lieten hun kinderen onze geliefde boodschapper met stenen bekogelen en de stad uitgejagen. Om de boodschapper te troosten liet Allah swta de boodschapper bij hem komen om hem een glimps van de hemel en hel te geven. Hij zegt:   

Geprezen zij Hij die Zijn dienaar bij nacht een reis liet maken van de heilige moskee in Mekka naar de verste moskee in Jaruzalem waarvan Wij de omgeving gezegend hebben,  om hem iets van Onze tekenen te tonen. Hij is de horende, de alziende.

Zijn reis bracht grote vreugde. Tijdens deze reis werd het aantal gebeden vastgelegd en bad hij met de andere profeten Er waren echter ook waarschuwingen. Één ervan is voor degene die aan rente doen. De engel Gabriel wees op personen met dikke buiken waarin men slangen zag rondkruipen en die Allah smeekt om hulp, maar ook om de dag des oordeels uit te stellen want ze weten dat hierna de bestraffing alleen maar erger zal worden. Toen de Profeet Mohammed saws vroeg wie dat waren antwoorde de engel Gabriel:

Dit zijn de mensen die aan rente deden. Ze kunnen niet opstaan zonder dat de duivel hen aanraakt.

Hieruit kunnen we opmaken dat Allah swta in het heilige boek geen loze waarschuwingen uit. Hij zegt namelijk in surah baqarah:

Zij die de woeker verteren zullen alleen maar opstaan zoals hij opstaat die door de aanraking van de satan in elkaar geslagen wordt. Dat komt omdat zij zeiden: “Handel is gelijk aan rente.” Maar Allah heeft de handel toegestaan en de woeker verboden. En hij tot wie een aansporing van zijn Heer komt en er dan mee ophoudt, mag houden wat hij al heeft verworven. Zijn zaak wordt naar Allah verwezen. Maar wie het weer doen, zij zijn het die in het vuur thuishoren; zij zullen daarin altijd blijven.

De ochtend na de nacht van Israa en Miraaj vertelde de profeet saws de mensen in Mekka wat hij had meegemaakt. De ongelovige Arabieren lachten hem saws uit, en geloofden niet in het wonder van Allah, dat iemand ongeveer 1300 KM in één nacht kon afleggen en terugkomen en een reis kon maken naar de hemelen. Om de profeet saws ten val te brengen vroegen zij hem de Masjid ul-Aqsa te beschrijven. Voor hun handel waren zij daar al vaker geweest en zij wisten dat de profeet saws niet eerder in Jeruzalem is geweest. Door hulp van Allah SWT beschreef de profeet saws precies hoe de Masjid eruit zag, deur voor deur, muur voor muur. Maar zij volhardden in hun ongeloof en geloofden hem nog steeds niet. Ze hoopte met dit verhaal zijn beste vriend Abu Bakr R.A eindelijk te overtuigen dat hij de profeet Mohammed saws beter kon verloochenen. Abu Bakr was echter onverstoorbaar en antwoorde:   

Als hij dat heeft verteld, dan heeft hij ook de waarheid verteld”. De mensen vroegen toen: “Geloof jij hem hierin?”. Hij antwoordde: “Ik geloof hem in meer dan alleen dit. Ik geloof hem in alle berichten die van de hemel komen, dag en nacht”.

Dit heeft hem de eervolle bijnaam ‘Assidieq’ (de vertrouweling) opgeleverd. Als wij allemaal zo vol overtuiging in het voorbeeld van de boodschapper Mohammed saws zouden geloven, zullen we zeker bij de succesvollen horen.