Woensdag begon het jaar 1442 van onze jaartelling. Daarvoor hadden de Arabieren geen echte jaartelling, maar duidden de jaren aan de hand van belangrijke gebeurtenissen. 1442 jaar geleden vond de hijra plaats, de emigratie van de profeet Mohammed saws naar Medina. Dit betekende een keerpunt in de Islamitische geschiedenis, de boodschapper werd van uitgestotene tot gevierde leider. De hijra vond plaats in één van de vier heilige maanden, namelijk muharram. Naast Muharram zijn Thul-Qi’dah, Thul-Hijjah en Rajab de andere drie heilige maanden die allen uit 29 of 30 dagen bestaan. Allah swta verklaarde dat er in totaal 12 maanden zijn, die al vanaf het begin van de schepping zo waren bepaald, Hij zegt:

Waarlijk, het aantal maanden bij Allah is twaalf (in een jaar), zo was het door Allah op de dag toen Hij de hemelen en de aarde schiep bevolen; vier hiervan zijn heilig. Dat is de juiste godsdienst, doe jullie daarin geen onrecht aan en vecht gezamenlijk tegen de afgodenaanbidders, omdat zij gezamenlijk tegen jullie vechten. Maar weet dat Allah met degenen is die godvrezend zijn.

Allah swta drukt ons meteen op het hart dat we deze indeling van het jaar met zijn allen moeten volgen. Hierin is namelijk het meest natuurlijke en vredige ritme te vinden. Het volgen van de maankalender en de realisatie van de waarde van de verschillende Islamitische maanden brengt verbondenheid en rust en maakt ons sterk. Dit vers geeft meteen ook inzicht in een van de redenen waarom de ummah tegenwoordig geen echte geopolitieke macht meer heeft.

Hoewel de emigratie uiteindelijk voortreffelijk uitpakt, is de profeet Mohammed saws toch verdrietig dat hij opdracht krijgt van Allah swta Mekka te verlaten. Hij weet dat Allah swta het gebied gezegend heeft en het is natuurlijk ook zijn geboortegrond. De profeet Mohammed saws zegt: Bij Allah, jij bent het beste en meest geliefde gebied voor Allah. Als ik hier niet verdreven was, zou ik je niet verlaten.

De grond werd echter te heet onder zijn saws voeten, en Iblis zelf verschijnt in menselijke vorm om de mensen te helpen een moordaanslag te plegen. Ze liggen in een hinderlaag rond de profeet Mohammed saws zijn huis, klaar om hem te doden als hij naar buiten komt. Bij vertrek blaast de boodschapper Mohammed saws echter wat stof, en al de samenzweerders worden verblind. Allah swta preserveert dit wonder in de Koran, hij zegt:

En Wij hebben een hindernis vόόr hen geplaatst, en een hindernis achter hen en Wij hebben hun ogen bedekt zodat zij niet kunnen zien.

Als de samenzweerders de volgende ochtend het huis binnen gaan om de klus te klaren, vinden zij de dappere Ali rah in het bed van de boodschapper Mohammed saws. Woedend gaan ze op zoek naar de profeet Mohammed, die samen met zijn beste vriend Abu Bakr srah in de nacht is vertrokken. Ze worden echter snel ingehaald en schuilen in een grot. Abu Bakr is bang dat ze gevonden gaan worden want de grot is niet diep en de mensen zeer dichtbij. De profeet stelt hem gerust en draagt hem op vertrouwen te hebben in Allah swta. Allah swta zegt hierover in de Quran:

Allah heeft hem beslist geholpen toen de ongelovigen hem wegjoegen (en hij) de tweede van twee was toen zij in de grot waren en hij tegen zijn metgezel zei: “Wees niet bedroefd, zeker, Allah is met ons.” Toen stuurde Allah kalmte over hem.

Hierin is een wijze les voor onze gemeenschap. We voelen ons soms opgejaagd, het lijkt alsof we constant onder vuur liggen. Het woord van Allah swta is echter het hoogste en hij zal de gelovigen beschermen. Zwakheid hebben we slechts te danken aan onszelf en het veronachtzamen van ons geloof. Moge Allah swta ons inzicht en wijsheid schenken.