Een moslim wenst voor de ander wat hij voor zichzelf wenst en hij haat voor zijn broeders en zusters wat hij voor zichzelf haat. Hij is zich bewust van zijn kwetsbaarheid en realiseert zich dat hij zijn broeders en zusters nodig heeft om te kunnen reflecteren op zijn eigen gedrag. Oprecht advies wordt dan ook op een gouden schaal gewogen, en als we stoppen met het elkaar voorzien van goede raad, zal onze religie verloren gaan. We zijn er op gebrand constant te leren van onze fouten en tegelijk de mensen om ons heen er voor te behoeden. Het geven van goede raad wordt enorm gewaardeerd door Allah swta, mits we het op de juiste manier geven. Oprecht advies dient namelijk op een vriendelijke en tactische manier gegeven te worden om effectief te zijn. De wil om iemand te corrigeren moet voortkomen uit een hart vol liefde, een genegenheid waaruit blijkt dat je het beste voor hebt met degene die je adviseert. Er mag geen sprake zijn van hoogmoed of de zielige neiging iemand te kleineren door zijn zwakheden te benoemen. Niet voor niks wordt aangeraden advies zoveel mogelijk privé te geven om te voorkomen dat degene die je adviseert in verlegenheid gebracht wordt. Er moet uiteindelijk een atmosfeer ontstaan waarin iedereen zich bewust is dat hij van alle kanten geholpen kan worden met goede raad, zelfs van de minste onder de mensen. Daarnaast moet de gelovigen genoeg zelfvertrouwen hebben ook anderen van advies te durven voorzien, hoe hoog de status van deze persoon ook lijkt te zijn. Ibn al-Mubarak rah vroeg de boodschapper Mohammed saws eens: Wat zijn de beste werken die we kunnen verrichten? De boodschapper Mohammed saws antwoordde: Er is geen goedheid in een volk dat geen advies geeft, en er is geen goedheid in een volk dat geen advies accepteert.    

De metgezellen rah hielden van goede raad en degenen die hen hun gebreken lieten zien. Eén van deze metgezellen zei: Moge Allah swta genade hebben met degene die mij in vertrouwen wijst op mijn gebreken. Zij waren zich bewust dat de kern van de religie oprecht advies is. Alle profeten werden gezonden om hun volk van goede raad te voorzien. Allah swta zegt:

Noah zei: “O, mijn volk! Ik verkeer niet in dwaling, maar ik ben een Boodschapper van de Heer van de wereldwezens!

Ik verkondig aan jullie de Boodschappen van mijn Heer en geef jullie oprecht advies. En ik weet van Allah wat jullie niet weten.

Zijn jullie niet verbaasd dat er van jullie Heer een Vermaning is gekomen door een man uit jullie midden? Dat hij jullie kan waarschuwen, opdat jullie Allah vrezen en dat jullie genade mogen ontvangen.

Niet voor niks zei de boodschapper Mohammed saws: Het geloof is oprechtheid. De metgezellen vroegen: jegens wie? De profeet Mohammed saws antwoordde: Jegens Allah swta, zijn boodschapper, de leiders van de Moslims en het gewone volk. Iemand die zijn gemeenschap wil bijstaan met oprecht advies, zal eerst zijn eigen gedrag moeten perfectioneren, want hoe kan je anderen adviseren als je zelf bewust fouten maakt? Om dus dichter bij Allah swta te komen en zijn genegenheid te verdienen door anderen mensen van goede raad te voorzien, zullen we dus weer eerst bij onszelf moeten beginnen. Allah swta leidt degenen die het beste met zijn geloofsgenoten voor heeft. Hij helpt hem een beter mens te zijn als we ons bewust zijn dat we hiermee onze broeders en zusters nog eens een extra dienst kunnen bewijzen. Hoe perfect is deze religie en wat een voorrecht deel uit te maken van de ummah van onze geliefde boodschapper Mohammed saws. Moge Allah swta ons inzicht en wijsheid schenken.