Vol bewondering lezen we over onze rechtgeleide voorgangers. De geleerden, de metgezellen en natuurlijk onze geliefde profeet Mohammed saws. Hun rechtvaardigheid, hun doorzettingsvermogen, hun eerlijkheid, vergeleken met hen zijn onze daden peanuts. We bidden, geven onze zakat, vasten met de ramadan en denken vaak dat dat wel genoeg moet zijn. Wat ons echter angst zou moeten inboezemen is het feit dat deze reuzen zich veel meer zorgen maakten over de dag des oordeels dan dat wij doen. Als we dan de enorme afstand tussen hen en ons wat betreft leiding en devotie in acht nemen, moeten we goed bij ons zelf te raden gaan of ons hart wel zacht genoeg is. Realiseren we ons dat we ieder moment dat ons gegeven is moeten gebruiken de afstand tussen ons en het vuur te vergroten en dat we altijd 100% scherp moeten zijn? Allah swta zegt:

De vrezenden doen afstand van hun bedden, Zij roepen hun Heer aan vol hoop en vrees, en ze geven uit aan liefdadigheid van hetgeen waarmee Wij hen hebben voorzien..

De boodschapper Mohammed saws was de beste der mensheid maar ook hij saws vreesde de dag des oordeels en drukte ons de volgende openbaring van onze schepper op het hart:

Bij mijn macht, ik zal bij mijn onderdaan nooit twee angsten en twee zekerheden combineren. Als de gelovige mij in deze wereld vreesde, hij zal veilig zijn op de dag des oordeels. En als hij zich veilig van mij waande in deze wereld, ik zal hem angst inboezemen op de dag des oordeels. 

Omar al-khattab rah was één van de beste vrienden van de proffet Mohammed saws. Het gene wat hij voor de gemeenschap betekent heeft, zowel voor als na de dood van de boodschapper saws is ongelofelijk. Toen Ibn Abbas hem hieraan herinnerde en deze daden begon op te sommen barstte de khalief rah in huilen uit en zei: Bij Allah, als ik deze wereld kan verlaten met niks voor mij en niks tegen mij zou ik gelukkig zijn. Jij die al mijn zonden en onvolkomenheden over het hoofd ziet, als ik al het goud in de wereld zou kunnen ruilen om aan de straf van Allah te kunnen ontkomen zou ik het meteen doen.

Muadh, één van de grootste metgezellen, werd door de grote plaag geveld en lag op zijn sterfbed. Weinig mensen kunnen aan zijn godsvrees en goedheid tippen. Hij was zich bewust dat de dood altijd dicht is en probeerde zich hier constant op voor te bereiden. Toch verkeerde hij in zijn laatste nacht in grote vrees voor het lot dat hem te wachten stond na zijn dood. Hoe onachtzaam zijn wij? De ramadan komt er weer aan, bidden we het te mogen bereiken, want hoeveel ellende hebben we gedurende het jaar weer aan ons laten kleven dat we graag schoongespoeld willen zien? Vast meer dan bij deze metgezellen.

Of onze grote geleerden? Imam Shafi’I zag de dood naderen en de mensen om hem heen zeiden: U nadert degene die u constant gehoopt heeft te kunnen zien. Goed nieuws dat u voor de meest vergevende en barmhartige komt te staan. Imam Shafi’i antwoordde echter: 

Ik voel dat ik deze wereld ga verlaten, weg van mijn broeders, de beker van de dood leegdrinkend. Ik nader Allah swta, de meest glorieuze. Maar bij Allah ik weet echt niet zeker of mijn ziel het paradijs zal bereiken en succesvol zal zijn, of dat ik treurig moet zijn omdat ik in de hel zal belanden.

Dit is geen valse bescheidenheid, geen show. Hoe meer kennis we bezitten, hoe meer we ons bewust zijn van onze tekortkomingen. Als we ons leven overzien blijken we meer dan genoeg zwakheden te hebben. Allah swta draagt ons op te vertrouwen op zijn barmhartigheid en vergevingsgezindheid, maar let wel beste broeders en zusters, zonder vrees en schuldgevoel geen vergeving. Moge Allah swta ons inzicht en wijsheid schenken.